Nieuws

Borne, Enschede en Hengelo onderzoeken regionaal warmtenet

De regio Twente zoekt naar manieren om woningen en andere gebouwen zonder aardgas te verwarmen. Dit is een enorme taak waarvoor alle beschikbare warmtebronnen nodig zijn. Bovendien moet de infrastructuur geschikt zijn om de warmte te leveren. De gemeenten Borne, Enschede en Hengelo richten zich samen met afvalverwerkingsbedrijf Twence op een haalbaarheidsstudie van een regionaal warmtenet om de warmtebronnen zo goed mogelijk te benutten. De partijen ondertekenden een memorandum van overeenstemming om deze haalbaarheid te bestuderen. De resultaten van deze studie zullen naar verwachting eind 2022 beschikbaar zijn.

Aardgasvrije verwarming van gebouwen is een van de uitdagingen van het Nationaal Klimaatakkoord om de uitstoot van CO2 te helpen verminderen. Kamerlid Tijs de Bree van de provincie Overijssel is blij met deze intentieverklaring: “Het regionale warmtenet is een mooie kans om de klimaatafspraken in Overijssel na te komen. Ik ben enthousiast over de verkenning, die heeft aangetoond dat het zin heeft om de volgende stappen te zetten. Ik heb er alle vertrouwen in dat de gemeenten en Twente nu samen gas gaan geven en resultaten gaan boeken.”

Verkenning is een belangrijke stap in de energietransitie voor Twente. De Regionale Energiestrategie Twente (RES) heeft tot doel bestaande warmtenetten aan te sluiten en nieuwe warmtenetten te ontwikkelen. “Het is een complexe opgave om gebouwen in Twente te voorzien van aardgasvrije warmte”, zegt Louis Koopman van RES Twente. “We moeten vraag en aanbod goed op elkaar afstemmen. En we hebben dringend alle beschikbare bronnen nodig om te voorkomen dat we op duurzame wijze meer elektriciteit moeten opwekken om gebouwen te verwarmen. Een goede toekomstgerichte infrastructuur maakt het verschil, want daarmee leggen we de verbinding, brengen we de warmte naar huis en zorgen we ervoor dat het haalbaar en betaalbaar is. Een regionaal warmtenet in stedelijke gebieden kan hiertoe bijdragen.”

In Twente is veel warmte beschikbaar, bijvoorbeeld uit de industrie. Twence wekt warmte op uit niet-recycleerbaar afvalhout (afkomstig uit bouw- en sloopafval en grof huishoudelijk afval) en huishoudelijk restafval. De beschikbare hoeveelheid warmte wordt momenteel onvoldoende efficiënt gebruikt, omdat zij wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken. Er is warmte beschikbaar die Twence slim kan inzetten voor de bewoners van de regio. Twence gebruikt meerdere bronnen om warmte op te wekken en is dus altijd beschikbaar. Met deze warmtebronnen kunnen we meer dan 100.000 gebouwen verwarmen, naast de woningen en gebouwen in Twente die nu al door Twence van warmte worden voorzien”, zegt Marc Kapteijn, directeur van Twence. “We streven naar een open netwerk, zodat we op lange termijn andere duurzame warmtebronnen kunnen aansluiten die nu nog niet beschikbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan warmte uit de bodem (geothermische energie) of uit industriële processen.”

Haalbaarheidsstudies
Uit de eerste verkenning blijkt dat een regionaal warmtenet kan bijdragen tot een betere benutting van de beschikbare warmtebronnen. In dat geval is er minder elektriciteit nodig om woningen en andere gebouwen te verwarmen, die anders duurzaam zou moeten worden opgewekt via wind- of zonne-energie. In dit haalbaarheidsonderzoek onderzoeken de gemeenten Borne, Enschede en Hengelo samen met Twence of de beschikbare warmte duurzaam, kosteneffectief en betrouwbaar kan worden ingezet voor de verwarming van gebouwen. Op basis van dit onderzoek zal ook duidelijk worden of een regionaal warmtenet op lange termijn kan worden uitgebreid tot de omliggende gemeenten.

Samenwerking
De medewerking van alle betrokken partners en overeenkomsten met grote zakelijke klanten zijn voorwaarden voor het succes van een verwarmingsnetwerk. Twence werkt daarom ook intensief samen met Cogas en Ennatuurlijk, omdat deze lokaal gevestigde partijen veel kennis inbrengen die in dit onderzoek van belang is. Ook woningbouwverenigingen zijn in dit verband belangrijke actoren. De gemeenten Borne, Enschede en Hengelo betrekken hun inwoners bij het onderzoek om de mogelijkheden van een regionaal warmtenet te peilen.