Portugese uitwisselingsstudenten bezochten de zoutwerkplaats en de natuurdierentuin
Rheine/Leiria. Francisco moet in zijn jonge leven veel foto’s met zijn mobiele telefoon hebben gemaakt. Daar zitten zeker veel “selfies” tussen van zichzelf met andere of mooie achtergronden. Hij laat deze foto’s graag aan zijn vrienden zien, die dan beslissen of ze geslaagd of vreselijk fout waren.
Toen Francisco Ewald (naam veranderd door de redactie) de selfie van zichzelf en Ewald liet zien, greep de laatste met één hand naar zijn mobiele telefoon, bekeek de foto samen met de gast uit Portugal en leek heel tevreden.
Francisco neemt een selfie met de berberaap. De aap liet hem rustig zijn gang gaan.
Nu is Ewald geen mens, maar een berberaap. Francisco had hem en zichzelf gefotografeerd en vervolgens de foto laten zien. Dat was best gevaarlijk. Berberapen bijten zelden, maar ze “stelen” alles wat ze te pakken kunnen krijgen. Ze rennen ermee weg en klimmen in de volgende boom. Meestal is het krijgen van een nieuwe het gevolg van deze korte ontmoeting.
Alles ging goed voor Francisco en de andere 25 leerlingen uit onze zusterstad Leiria.
Voordat ze de komende dagen ver weg gaan naar Bad Bentheim en Münster, profiteerden ze vandaag van het goede in de buurt: het Salinenpark.
Eerst gingen ze naar de zoutwerkplaats, waar de leerlingen zelf zout konden koken. Daarna gingen ze naar de natuurdierentuin, waar Clemens Schöpker, die deze schooluitwisseling al vele jaren organiseert en begeleidt, hen met veel kennis van zaken rondleidde.
Bij het zeehonden voedertijd was het een geluk dat de leerlingen konden zien hoe een stagiair de dieren onderzocht en kleine “trucjes” uitvoerde onder begeleiding van twee dierenverzorgers.
Daarna gingen ze naar het apenbos met de grote Berberfamilie. Uit voorzorg hadden de jongeren hun rugzakken opgeborgen in speciaal daarvoor bestemde kluisjes, want zoals gezegd: berberapen stelen graag…
Na de gezamenlijke lunch in de bistro van de dierentuin gingen ze de jelada’s bekijken, ook wel bekend als bloedborstbavianen. Hier gaf Clemens Schöpker uitleg over een van de bijzonderheden van de natuurdierentuin Rheine:
Djelada’s: uitgestorven bergvolk
In het wild leven bloedborstbavianen of jelada’s uitsluitend in de hooglanden van Ethiopië op bergweiden en rotsachtige kloven op een hoogte van ongeveer 3000 meter. Door de uitbreiding van landbouwgrond, zelfs op deze hoogten, en door de klimaatverandering, die de bergweiden steeds meer in gevaar brengt door de oprukkende struiken, wordt de populatie van de jelada’s ernstig bedreigd.
In de natuurdierentuin Rheine leven twee groepen die apart van elkaar gehuisvest zijn zodat er geen gevechten plaatsvinden. Een harem bestaat uit een volwassen mannetje en tot acht vrouwtjes met jongen.
Bloedbandbavianen zijn pure vegetariërs en voeden zich voornamelijk met grassen, wortels en kruiden. In de dierentuin krijgen ze gras, hooi, hooikorrels en groenten.
Zelfs in dierentuinen worden jelada’s zelden gezien. Om de populatie van deze primaten veilig te stellen, werken Europese dierentuinen samen in een Europees programma voor het fokken van dieren in standhouding (EEP), dat wordt gecoördineerd door NaturZoo Rheine, net als het internationale stamboek.
In het kader van het EEP wordt elke soort verzorgd door één dierentuin: de lokale coördinator houdt hetstamboek vande populatie bij. Hij doet aanbevelingen over het paren van individuele dieren om een optimalegenenpoolte behouden en bepaalt ook welke dieren niet mogen worden samengebracht vanwege hetrisico op inteelt. Hij kan ook nieuwe groepen samenstellen en uitwisselingen organiseren tussen de betrokken fokkers.
In het beste geval resulteert een EEP in een gezonde, zichzelf in stand houdende populatie in de dierentuinen en kunnen extra dieren wordengeherintroduceerdom wilde populaties te ondersteunen of opnieuw op te bouwen.
NaturZoo is betrokken bij 22 Europese programma’s voor het fokken van baardapen, varis, tijgers, bosbuizerds, Bali-spreeuwen, enz.
Info: https://www.naturzoo.de/